Implementatie wet Ultimate Beneficial Owners (UBO) voor pensioenfondsen

Uitgave voor de pensioenfondsensector Leestijd 7 minuten

Bent u compliant?

Op 23 juni 2020 is de Implementatiewet registratie uiteindelijk belanghebbenden van vennootschappen en andere juridische entiteiten (hierna: Implementatiewet) aangenomen door de Eerste Kamer [bron 1]Stb. 2020,231. Deze wet is tot stand gekomen ter implementatie van de vierde Europese anti-witwasrichtlijn. In de richtlijn is voor lidstaten de verplichting opgenomen tot het bijhouden en centraal registreren van de Ultimate Beneficial Owners (hierna: UBO’s) oftewel de uiteindelijk belanghebbenden van in Nederland opgerichte vennootschappen en andere juridische entiteiten.
De richtlijn heeft ten doel het voorkomen van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld of terrorismefinanciering. Het bijhouden en centraal registeren van UBO’s dient een belangrijke bijdrage te leveren aan de strijd tegen criminelen die hun identiteit achter een juridische structuur zouden kunnen verbergen.

In dit artikel gaan wij in op de belangrijkste onderdelen van de Implementatiewet en wat de consequenties zijn voor pensioenfondsen, vanuit de essentie en relevantie bezien.

Verplichting tot inwinnen en bijhouden UBO-informatie

Essentie

Op 8 juli 2020 is de Implementatiewet gedeeltelijk in werking getreden [bron 2]Stb. 2020,232. Dit betreft de verplichting voor vennootschappen en andere juridische entiteiten om de gegevens en de bescheiden over wie hun UBO’s zijn in te winnen en bij te houden. Deze gegevens en bescheiden dienen toereikend, accuraat en actueel te zijn [bron 3]Art. 10a jo. 10b Wwft. Hiermee wordt bedoeld alle informatie die in het kader van de registratieplicht van UBO-informatie moet worden ingeschreven in het UBO-register (zie ook hoofdstuk 5). Daarnaast moet een UBO de vennootschap of andere juridische entiteit alle informatie verschaffen die noodzakelijk is om aan deze verplichting te kunnen voldoen. Op deze datum is tevens de verplichting voor stichtingen om in een eigen, niet-openbaar, register alle begunstigden op te nemen die een uitkering krijgen van 25% of minder van het voor uitkering vatbare bedrag in een bepaald boekjaar. Begunstigden van een stichting die een uitkering krijgen van meer van 25% moeten ingevolge de inwerkingtreding van het UBO-register worden geregistreerd als UBO in het handelsregister. Het bestuur van een stichting moet in het eigen register de namen, adressen en het uitgekeerde bedrag bijhouden van begunstigden aan wie in een bepaald jaar een uitkering is gedaan[bron 4]Art. 2:290 BW.

De verplichting tot het inwinnen en bijhouden van de UBO-informatie geldt voor de registratieplichtige entiteiten (zie hoofdstuk 3) en daarnaast voor de vereniging van eigenaren, kerkgenootschappen en de overige privaatrechtelijke personen.

Instellingen die op grond van de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme (Wwft) verplicht zijn een cliëntenonderzoek te verrichten, dienen van iedere discrepantie die zij aantreffen tussen de informatie over UBO’s in het UBO-register en de informatie over UBO’s waarover zij beschikken melding te doen [bron 5]Art. 10c Wwft. Dit wordt de terugmeldplicht genoemd.

De AFM heeft recentelijk de toelichting [bron 6]Leidraad Wwft en Sanctiewet (versie 19 oktober 2020) op de Wwft en de Sanctiewet herzien onder andere in verband met de Implementatiewet. De leidraad geldt voor de gehele financiële sector, en specifiek voor pensioenfondsen voor zover het de Sanctiewet betreft. Met de leidraad wil de AFM handvatten bieden en inzicht geven in de verplichtingen uit de Wwft en Sanctiewet.

 

Verplichting tot UBO-registratie

Essentie

Vanaf 27 september 2020 zijn de bepalingen van de Implementatiewet met betrekking tot de registratieplicht van de UBO’s werking getreden. Vanaf deze datum moeten alle registratieplichtige vennootschappen en juridische entiteiten bij inschrijving in het Handelsregister de UBO(‘s) tevens direct registreren in het UBO-register. Voor reeds bestaande vennootschappen en juridische entiteiten geldt dat zij tot 27 maart 2022 (achttien maanden vanaf de inwerkingtreding) de tijd hebben om de UBO’s in te schrijven in het UBO-register [bron 7]Art. 57 lid 3 Hrw 2007. Het UBO-register zal worden beheerd door de Kamer van Koophandel.

De registratieplicht in het UBO-register sluit aan bij de inschrijvingsplicht in de Handelsregisterwet. In Nederland gevestigde ondernemingen en rechtspersonen die volgens hun statuten hun zetel in Nederland hebben, zijn verplicht om hun UBO te registreren in het UBO-register. Dit zijn de volgende entiteiten [bron 8]Art. 10a Wwft:

  • niet-beursgenoteerde besloten (BV’s) en naamloze vennootschappen (NV’s);
  • stichtingen;
  • verenigingen (met volledige rechtsbevoegdheid of met beperkte rechtsbevoegdheid maar met onderneming);
  • onderlinge waarborgmaatschappijen;
  • coöperaties;
  • personenvennootschappen: maatschappen, vennootschappen onder firma en commanditaire vennootschappen;
  • rederijen;
  • Europese naamloze vennootschappen (SE);
  • Europese coöperatieve vennootschappen (SCE);
  • Europese economische samenwerkingsverbanden die volgens hun statuten hun zetel in Nederland hebben (EESV);

Kerkgenootschappen moeten ook UBO’s gaan inschrijven. Zodra bekend wordt wanneer dit mogelijk is, worden zij hierover geïnformeerd.

Van de UBO registratieplicht zijn uitgesloten:

  • beursgenoteerde vennootschappen;
  • 100% dochters van beursgenoteerde vennootschappen;
  • eenmanszaken;
  • publiekrechtelijke rechtspersonen;
  • verenigingen zonder volledige rechtsbevoegdheid die geen onderneming drijven;
  • verenigingen van eigenaren;
  • buitenlandse rechtspersonen met een hoofd- of nevenvestiging in Nederland;
  • overige privaatrechtelijke rechtspersonen, waaronder historische rechtspersonen (zoals gilden en hofjes)

In de pensioensector was ten tijde van de behandeling van de Implementatiewet in de Eerste en Tweede Kamer discussie over de toegevoegde waarde van het UBO-register voor pensioenfondsen. Reden hiervoor was onder meer dat bestuurders van pensioenfondsen al getoetst worden door DNB én DNB een bevoegde autoriteit is om inzage te hebben in het UBO-register. Bovendien kunnen pensioenfondsbestuurders niet witwassen of terrorisme financieren via het pensioenfonds. Er werd aangegeven dat de opname van pensioenfondsbestuurders in het UBO-register derhalve tot onnodige regeldruk zou kunnen leiden. Tijdens het Kamerdebat over de introductie van het UBO-register is echter expliciet duidelijk gemaakt dat de Europese wetgeving geen ruimte biedt voor uitzonderingen van welke juridische entiteit dan ook, dus ook niet voor pensioenfondsen [bron 9]Handelingen II 2019/2020, nr. 31, item 58 (herdruk), p. 25-26.

Relevantie

Een pensioenfonds is een registratieplichtige entiteit waardoor vanaf 27 september 2020 – en uiterlijk 27 maart 2022 – de UBO’s van het fonds ingeschreven moeten worden in het UBO-register.

 

Wie zijn UBO’s?

Essentie

Een UBO wordt gedefinieerd als de natuurlijke persoon die de uiteindelijke eigenaar is van of zeggenschap heeft over een vennootschap of andere juridische entiteit [bron 10]Art. 1 lid 1 sub p Hrw 2007 jo. art. 10a lid 1 Wwft. Een UBO is dus altijd een natuurlijk persoon. Het is mogelijk dat een juridisch entiteit een of meer UBO’s heeft. Per entiteit betekent dit het volgende: De personen die als UBO worden aangemerkt zijn:

  • Voor B.V.’s, N.V.’s en onderlinge waarborgmaatschappij of coöperatie zijn de personen die als UBO worden aangemerkt de natuurlijke personen die direct of indirect voor meer dan 25% economisch gerechtigd zijn tot de vennootschap, dan wel degenen die de zeggenschap uitoefenen. Beursvennootschappen zijn uitgezonderd van deze 25% regel.
  • Voor stichtingen en verenigingen zijn de personen die als UBO worden aangemerkt de natuurlijke personen die direct of indirect een eigendomsbelang hebben van meer dan 25%, dan wel meer dan 25% van de stemmen kunnen uitoefenen ingeval van een statutenwijziging, dan wel de feitelijke zeggenschap hebben over de rechtspersoon.
  • Voor de V.O.F., maatschap, C.V. en rederij zijn dat de natuurlijke personen die direct of indirect een eigendomsbelang hebben van meer dan 25%, dan wel meer dan 25% van de stemmen kunnen uitoefenen ingeval van beheersdaden en/of wijziging van de samenwerkingsovereenkomst.
  • In het geval van een kerkgenootschap zijn de UBO’s de natuurlijke personen die bij ontbinding van het kerkgenootschap als rechtsopvolger in het statuut van het kerkgenootschap zijn benoemd.

Indien op basis hiervan niet duidelijk is wie de UBO is, kan een pseudo-UBO worden aangewezen [bron 11]Kamerstukken I 2019/2020, 35179, nr. C, p. 12-13. Per rechtspersoon verschilt het wie daarvoor kan worden aangewezen. Dit zullen de natuurlijke personen zijn die tot het hoger leidinggevend personeel behoren. Hieronder wordt het statutair bestuur verstaan. Dit betreft elke bestuurder die deel uitmaakt van het bestuur. Er is geen grond om onderscheid te maken tussen de verschillende bestuurders.

Indien sprake is van een rechtspersoon bestuurder, is elke natuurlijke persoon die daarvan bestuurder is in voorkomend geval tevens de pseudo-UBO van de rechtspersoon die UBO-registratieplichtig is.

Relevantie

Voor een stichting geldt dat de UBO de natuurlijke persoon is die direct of indirect een eigendomsbelang heeft van meer dan 25%, dan wel meer dan 25% van de stemmen kan uitoefenen ingeval van een statutenwijziging, dan wel de feitelijke zeggenschap heeft over de rechtspersoon. Voor uw fonds is hier (wellicht) geen sprake van het voorgaande, waardoor op basis hiervan niet duidelijk is wie de UBO is en derhalve een pseudo-UBO aangewezen moet worden. Dit zijn alle bestuurders van het fonds. Een analyse hiervan wordt geadviseerd.

 

Inschrijving en inzage UBO-register

Essentie

De inschrijving kan worden verricht door de tekenbevoegden binnen de organisatie. Het inschrijven van UBO’s kan kosteloos online, per post via een formulier of via de notaris.

In het Handelsregister dient ten aanzien van de UBO het volgende te worden opgenomen/ gedeponeerd: [bron 12]Art. 15a Hrw 2007

  • het burgerservicenummer (BSN);
  • een (buitenlands) fiscaal identificatienummer (FIN);
  • de naam, de geboortemaand en het geboortejaar, de woonstaat en de nationaliteit;
  • de geboortedag, de geboorteplaats, het geboorteland en het woonadres;
  • de aard van het door de UBO gehouden economische belang en de omvang van dit belang;
  • de afschriften van een geldig identiteitsbewijs; en
  • de afschriften van de documenten waaruit de aard en omvang van het economische belang blijkt.

De dikgedrukte gegevens zijn openbaar en voor iedereen toegankelijk door online tegen betaling een KVK-uittreksel UBO-register te bestellen. De overige gegevens zijn alleen toegankelijk voor de Financiële inlichtingen eenheid (FIU) of een aangewezen bevoegde autoriteit. Het is op dit moment nog niet duidelijk welke bevoegde autoriteiten het betreft.

Relevantie

De inschrijving voor de UBO’s van uw fonds kan online, per post of via de notaris worden verricht door de tekenbevoegden binnen het fonds. Wie zijn tekenbevoegd?

De voor uw fonds relevante gegevens die moeten worden opgenomen/ gedeponeerd zijn:

  • het burgerservicenummer (BSN);
  • de naam, de geboortemaand, het geboortejaar en de nationaliteit;
  • de geboortedag, de geboorteplaats, het geboorteland en het woonadres; en
  • de afschriften van een geldig identiteitsbewijs.

 

Sancties

Essentie

Op overtreding van de verplichting tot het inschrijven van de UBO in het UBO-register staan zowel strafrechtelijke als bestuursrechtelijke sancties. De Implementatiewet voorziet in de mogelijkheid voor de Minister van Financiën tot het opleggen van een last onder dwangsom en een bestuurlijke boete [bron 13]Art. 47a en 47b Hrw 2007. Het opleggen van een bestuurlijke boete kan echter niet samen met het opleggen van een strafrechtelijke boete.

Voor de UBO geldt een meewerkverplichting. Overtreding van deze verplichting is strafbaar gesteld in de Wet op de economische delicten [bron 14]Art. 1 WED.

 

Wat is de essentie en relevantie voor pensioenfondsen?

  • Voor pensioenfondsen bestaat thans de verplichting tot het inwinnen en bijhouden van UBO-informatie als registratieplichtige entiteit (zie hoofdstuk 3). Pensioenfondsen dienen na te gaan of de gegevens en bescheiden van de UBO’s al bekend, toereikend, accuraat en actueel zijn (zie hoofdstuk 5).
  • Een pensioenfonds wordt niet aangemerkt als een Wwft-instelling, waardoor geen sprake is van de terugmeldplicht. Dit laat onverlet dat onder de Sanctiewet wel verplichtingen bestaan tot cliëntenonderzoek.

Wilt u meer weten over UBO compliancy of onze compliancy dienstverlening? Neem dan contact op met uw vaste contactpersoon binnen AethiQs.

 

Disclaimer
Hoewel dit artikel met grote zorgvuldigheid is samengesteld, aanvaarden AethiQs B.V. en alle andere entiteiten, handelsnamen, labels, samenwerkingsverbanden, personen en praktijken die handelen onder de naam en verantwoordelijkheid van AethiQs, geen enkele aansprakelijkheid voor de gevolgen van het gebruik van de informatie uit deze uitgave zonder hun medewerking. De aangeboden informatie is bedoeld ter algemene informatie en kan niet worden beschouwd als advies. Niets uit dit artikel mag zonder akkoord van de schrijvers worden gebruikt, gedeeld of gekopieerd voor andere doeleinden. Alle rechten voorbehouden aan de schrijvers en AethiQs©. December 2020