Heeft u een visie op klimaat?

Een incentive voor een nieuw verdienmodel?

Uitgave voor de Cross sectoraal  Leestijd 10 minuten

Tot enkele jaren geleden dachten we bij bedrijfsrisico’s vooral aan calamiteiten of marktfluctuaties. Nu ook aan cybercrime en inmiddels is wel duidelijk dat het klimaat aan dit rijtje mag worden toegevoegd. De aarde warmt op, met gevolgen die we niet helemaal kunnen overzien, maar die onmiskenbaar onze levens veranderen. Overstromingen, extreme hitte, pandemieën, ze vormen een risico voor mensen én bedrijven. Desondanks is er in de besluitvorming van veel organisaties nog onvoldoende plaats voor klimaatverandering. En als het er al is, dan is dit omdat het vooral compliance gedreven is.

De vraag is of deze route niet leidt tot het standaard afvinken van een gesprek hierover aan de bestuurstafel? Terwijl wij inmiddels ook wel begrip hebben voor, en beseffen dat intrinsiek en expliciet nadenken over het risico-rendementsvraagstuk essentieel is. De acties volgen dan op basis hiervan, gedragen en doorleefd. Refererend aan het risicoprofiel van het bestuur. Tegelijkertijd is de praktijk dat veel organisaties met beleid komen als de toezichthouder en/of wetgever normatief beginnen te publiceren over thema’s. En dit is ook begrijpelijk. Zowel de toezichthouder als de wetgever heeft vaak meer informatie over ontwikkelingen dan de organisaties zelf hebben over maatschappelijk relevante thema’s.

Het richting geven aan maatschappelijke thema’s is essentieel. De dialoog die hierdoor dan in de samenleving ontstaat is een goede democratische ontwikkeling. En juist over deze vraag gingen pensioenfondsen, verzekeraars en zorginstellingen met elkaar in dialoog.

  • Organisaties moeten hun verantwoordelijkheid nemen als het gaat om klimaat, is de oproep van Raoul Boucke, lid Tweede Kamer met de portefeuille Klimaat & Energie, D66
  • Het wel of niet hebben van een visie op klimaat mag geen belemmering zijn voor de actie die genomen moeten worden
  • Haalbaarheid, betaalbaarheid en vervangbaarheid zijn drie kernwoorden in het klimaatdebat en energietransitie

Moeten klimaatrisico’s worden geïmplementeerd in de bedrijfsvoering? En zo ja, op welke wijze? Vijay Gangadin, partner en bestuurder bij het strategisch adviesbureau AethiQs, gaat in gesprek met deelnemers uit de financiële- en gezondheidssector, zoals pensioenfondsen, de verzekeringswereld en zorginstellingen. Maar allereerst zet Raoul Boucke uiteen welke gevolgen de opwarming van de aarde heeft. Boucke is lid van de Tweede Kamer namens D66, met de portefeuille Klimaat & Energie. De politicus beschrijft de ambities om de temperatuurstijging te beperken. Hij geeft aan dat de sleutel mede in handen van de private sector ligt.

…hier komen twee werelden bij elkaar. En we hebben jullie hárd nodig…

Raoul Boucke, lid van de Tweede Kamer namens D66, dankt AethiQs en de deelnemers op voorhand voor de dialoog, met als thema: ‘Klimaatrisico implementeren in eigen risicoraamwerk, hoe dan?’ Het is één van de 26 digitale sessies van Roundtober 2021, het jaarlijkse kennisevenement van strategisch adviesbureau AethiQs. “Ik ben blij dat ik mijn visie met jullie mag delen”, opent Boucke zijn betoog. “Hier komen twee werelden bij elkaar. En we hebben jullie hárd nodig.” Als portefeuillehouder Klimaat & Energie maakt Boucke zich sterk voor een ambitieus, integraal klimaatbeleid.

Burgerinitiatief ABP fossielvrij
“Het dagblad Trouw stelt ieder jaar een lijst op van groene initiatieven”, geeft Boucke aan. “Dit jaar staat op 1 het burgerinitiatief ‘ABP fossielvrij’. Doel is om het pensioenfonds ABP ertoe te bewegen niet meer in olie, kolen en gas te investeren. Fossiele energiebronnen zorgen immers voor de productie van CO₂ en daarmee voor de stijging van de temperatuur. Wetenschappelijk onderzoek heeft de laatste dertig jaar onomstotelijk bewezen dat het klimaat verandert en dat menselijk handelen één van de oorzaken is. Ook naar critici is geluisterd, maar het bewijs is voldoende geleverd door het panel van de VN met zijn duizenden klimaatwetenschappers. Daarbij komt dat de opwarming sneller gaat dan we eerder dachten.

Deze zomer hebben we binnen en buiten Europa een aantal extreme weersomstandigheden gehad. Wij hebben steeds onderzoek gedaan naar de achtergronden. We kunnen stellen dat de overstromingen in Limburg een effect zijn van klimaatverandering, of in ieder geval daardoor versterkt zijn. De schade loopt in de honderden miljoenen. In Duitsland zijn mensen overleden. Dat is een verlies waar je niet eens een geldbedrag op kunt plakken.”

…juist doordat zij aan de voorkant van de innovatie zaten en veel elektrische voertuigen zijn gaan maken, verdienen ze er nu veel geld aan. Kortom, een push vanuit de politiek kan positief uitwerken…

Innovatie is de sleutel
Voor het eerst vallen de woorden ‘haalbaar en betaalbaar’. Boucke: “Wat wij zien is dat, als we nu niets doen, het straks nog veel duurder wordt om in actie te komen. Daarom hebben we in Nederland, maar ook op Europees niveau, doelen gesteld. Net voor de zomer is het grootste wetgevingspakket van de EU gepresenteerd. Dit grijpt in op alle onderdelen van onze economie: industrie, energiesector, de gebouwde omgeving, het verkeer, noem maar op. De kern van die voorstellen is dat wij in 2030 55 procent minder CO₂ moeten uitstoten. Eén van de belangrijkste mechanismen om dat te doen is een prijskaartje te hangen aan CO₂-emissie. Als je dit steeds duurder maakt, dwing je bedrijven eigenlijk om te innoveren. Zorg maar dat je een product maakt, waarbij je geen CO₂ uitstoot! Tegelijkertijd wordt er gewerkt aan normering. In de auto-industrie bijvoorbeeld zijn verplichtende normen opgesteld voor fabrikanten. Die worden elk jaar aangescherpt.”

Boucke werkte zelf veertien jaar lang aan emissienormen voor de auto-industrie. Hij zag de mentaliteit bij bedrijven veranderen. “Toen ik in 2007 strengere normen voorstelde, kreeg ik de industrie over de vloer, die zei: ‘Je maakt ons kapot. Zo snel kunnen we niet aan deze normen voldoen.’ Je moet weten dat ze al jaren convenanten hadden, maar daar hielden ze zich niet aan. Maar ze hadden al wel technologie op de plank liggen om met een lagere CO₂-emissie te produceren. Dus kregen ze te maken met onze normen en meteen in het eerste jaar gingen de emissies omlaag! En nú zegt de Duitse auto-industrie: ‘Dit is onze redding geworden.’ Juist doordat zij aan de voorkant van de innovatie zaten en veel elektrische voertuigen zijn gaan maken, verdienen ze er nu veel geld aan. Kortom, een push vanuit de politiek kan positief uitwerken. Maar goed, het gaat niet altijd zo. We hebben ook met rechtszaken te maken gehad.”

Europese fondsen
Europa is ambitieus. Het bedrijfsleven krijgt te maken met strengere wetgeving maar, zo benadrukt Boucke, hoeft het niet alléén te doen. “De toekomst ligt in technologische innovatie. Daarom heeft de EU aan de wetgeving een ingenieus pakket aan voorstellen gekoppeld, waarmee we bedrijven en burgers helpen om de transitie naar meer duurzaamheid te maken. Er zijn verschillende Europese fondsen in het leven geroepen. We kijken specifiek welke ondernemingen zonder financiële steun buiten de boot zouden vallen. Maar er zijn ook bedrijven waarvan we zeggen: ‘Jullie kunnen dit zelf’.

Wat vind ik dat wij hier moeten doen? Ik vind dat Nederland koploper moet zijn in Europa. Wij hebben een enorme industrie, met de chemie als basis. Ik zou willen dat wij de eerste zijn die nieuwe technologie implementeren. Tata Steel is een mooi actueel voorbeeld. Tata Steel levert de grootste uitstoot van CO₂ in ons land en heeft nu besloten om het komende decennium in één stap radicaal te vergroenen. We noemen dat een moonshot project: je hebt een ambitie om een man op de maan te plaatsen en je werkt naar die ambitie toe. Tata zal ook wel hulp van de overheid nodig hebben, maar als het lukt gaan ze als één van de eerste in de wereld groen staal maken. Dat kunnen we dan als showcase gebruiken voor de wereld. Een ander voorbeeld: Nederland heeft een grote luchtvaartsector. Natuurlijk moeten we ook wat vaker de trein nemen, maar er bestaat al technologie om met schonere, groene brandstof te vliegen. We zouden schone brandstof kunnen produceren in de haven van Rotterdam en die via de bestaande infrastructuur naar Schiphol transporteren.”

Taken voor de overheid en voor financiële instellingen en andere organisaties
“Ik zie drie taken voor de overheid”, vervolgt Boucke. “De overheid moet allereerst duidelijkheid verschaffen. Aan de industrie, aan het midden- en kleinbedrijf. Zorg dat iedereen weet waar men op korte en langere termijn naartoe moet werken: wat zijn de doelen? Hoeveel geld kost dit? Wat mag je verwachten vanuit de publieke middelen? Maar ook: wat verwachten we van u als organisatie? Ten tweede heeft de overheid een faciliterende rol. De infrastructuur moet op orde zijn. Kijk bijvoorbeeld naar het elektriciteitsnet, waar krapte ontstaat. Hetzelfde geldt voor het netwerk van waterstof. Ten derde moet de overheid partijen bij elkaar brengen: het bedrijfsleven, kennisinstellingen en de overheid zelf. Deels als marktmeester, maar ook als autoriteit om het proces te bewaken. We hebben tweehonderd jaar lang slim gebruik gemaakt van kolen, olie en gas en daar gaan we vanaf. De komende dertig jaar vindt een enorme verbouwing plaats.”

Wat verwacht Raoul Boucke van de (financiële) organisaties? “Het is ongelooflijk belangrijk dat de investeringen, die jullie de komende decennia doen, alleen nog maar groen zijn. Met geld stuur je welke kant de economie op gaat. Gelden die richting groen gaan, maken ons sneller duurzaam. Op Europees niveau zijn we bezig met een taxonomie voor groene investeringen. Hierin geven we aan wat groen is, wat heel groen is en wat supergroen. Kortom, waarin kan je het slimste investeren?”

Visie op klimaat
“Ik destilleer drie dingen”, zo vat gespreksleider Vijay Gangadin samen. “Als mens hebben we een versterkend effect op het klimaat, incidenten zijn vaak herleidbaar. Daarbij gaat het om haalbaarheid en betaalbaarheid, maar wat mij betreft ook om vervangbaarheid. Kun je bijvoorbeeld een bepaalde vervuilende energiebron vervangen? Ten derde hebben we te maken met de Europese wetgeving. Pensioenfondsen en verzekeraars kennen natuurlijk IORP II c.q. Solvency II [door de EU opgesteld risicogebaseerd toezichtraamwerk voor pensioenfondsen en verzekeraars, red.], maar ook de guidelines van De Nederlandsche Bank (DNB). We kennen de SFDR [Sustainable Finance Disclosure Regulation, een verordening met betrekking tot informatieverstrekking over duurzaamheid in de financiële sector, red.] en de ESG-criteria [milieu-, sociale en bestuurscriteria voor de activiteiten van een bedrijf, red.]. De effecten zijn al gigantisch. Ik begrijp en waardeer de oproep van Raoul Boucke om ons uit te nodigen om alleen groen te beleggen en te investeren. De klimaatproblematiek is essentieel. Maar is het mogelijk om echt een visie te hebben op klimaat, bijvoorbeeld in de zin dat je beheersmaatregelen kan nemen?”

Boucke antwoordt bevestigend: “We hebben al een visie. We hebben jarenlang onderzocht welke temperatuurstijging voor de aarde nog aanvaardbaar is. Als dat meer dan twee graden is, treden de processen op die onomkeerbaar zijn. Dan wordt de situatie op aarde onbeheersbaar. We zitten nu al op één graad temperatuurstijging gemiddeld. We hebben een vertaling gemaakt naar de hoeveelheid CO₂ die nog in de atmosfeer mag terechtkomen om binnen die doelstelling blijven. Zo’n elf procent van de CO₂-emissie komt op het conto van Europa. Dat willen we in 2030 met 55% gereduceerd hebben. Maar we proberen ook de grote economische blokken zoals Amerika, Rusland en China mee te nemen in onze visie. We doen dat onder meer via een heffing aan de grens. Als een Chinees staalbedrijf staal op de Europese markt brengt, dat schoon is geproduceerd, hoeft het geen heffing te betalen. Dit doen we om onze schonere bedrijven te beschermen, maar ook om de Chinese bedrijven mee te nemen in de klimaatvaart der volkeren.”

De visie van Boucke ontlokt een vraag uit de digitale ‘zaal’: Ga je ook heffing invoeren op energie die wordt ingevoerd, maar die in een niet-EU land op een grijze, dus vuilere manier, manier is opgewekt? Boucke erkent dat hiervoor nog geen waterdicht mechanisme is ontwikkeld. Hij gelooft echter dat bestaande mechanismen zoals het CO₂-emissie-handelssysteem voor veel verbetering kunnen zorgen. “Als je fossiele brandstoffen gebruikt, stoot je CO₂ uit en ga je steeds meer betalen. Het is dus een financiële prikkel om schoner te gaan produceren of andere energie te gebruiken. Maar inderdaad hebben we nog weinig vat op wat bijvoorbeeld Rusland doet. Daar proberen we vanuit de VN over te onderhandelen.”

Normering vanuit de EU?
In de pensioenpraktijk staat uiteraard het belang van de deelnemers centraal. En die letten toch primair op rendement. “De overheid zou moeten helpen normeren, als de sector het zelf niet doet (om welke reden dan ook), het geven van een bepaalde richting”, vindt Gangadin. “Wat is nu de impact van een bepaald soort (groene) belegging op het rendement? En wanneer is iets nu écht ESG en wanneer niet? Als fonds willen we onze participanten de vraag voorleggen: wat willen jullie nou eigenlijk? Hoeveel zijn jullie eventueel bereid in te leveren voor de goede zaak, als ik het zo mag noemen? Maar dan moeten we wel een duidelijk verhaal hebben.” Kamerlid Boucke begrijpt dat de sector de materie wil vatten in cijfers. “Om tot een soort kengetal te komen van hoe groen een investering nu écht is, zou je de EU-taxonomie kunnen bekijken. De EU plakt al jaren allerlei labeltjes op de verschillende energiebronnen: gas, kolen, olie, kernenergie. Daar wordt natuurlijk intern flink over onderhandeld.”

De praktijk worstelt met de (on)helderheid: “Het geeft mensen een goed gevoel dat ze via hun pensioen kunnen deelnemen aan de groene transitie. Maar welke inzichten kun je ze geven? Een pensioen is individueel en vaak opgebouwd door de bedrijfsvoering van fondsen, vanuit verschillende (financiële en niet-financiële waarden). Om de waarden in de bedrijfsvoering een anker te geven is wetgeving een richting. De invulling geven aan die richting is complexer. Moeten de instellingen (financiële sector en gezondheidssector) vertellen hoe groen of grijs de pensioenregeling is c.q. wat de uitstoot van de zorg is? Of moeten we één niveau dieper, dus per deelnemer of patiënt de hele customer journey communiceren? Dat levert een uitleg op ter grootte van een dikke roman. Ook omdat er op dit moment nog veel tegenstrijdigheden zit in een bepaalde taxonomie en het verhaal hierachter. En laat ik het nog maar niet hebben over de opkomst van deelnemersbereidheidsonderzoeken en de validiteit hiervan of de ontwikkelingsfase van het energietransitie debat waar we inzitten.”

…We hebben al veel gedaan aan de verduurzaming, maar wellicht te weinig gecommuniceerd…

Boucke heeft geen pasklaar antwoord, maar erkent dat communicatie heel belangrijk is. We hebben al veel gedaan aan de verduurzaming, maar wellicht te weinig gecommuniceerd. Ook jullie als financiële- en gezondheidsinstellingen moeten we meer inzicht bieden. Welke kant gaan we op, welke regels komen er? We hebben met de gasprijs disruptie gecreëerd, maar moeten in de toekomst hierop anticiperen en dat inzichtelijk maken. Voor jullie en voor de burger, die wordt geconfronteerd met een hogere gasprijs.” Gangadin besluit dit deel van de sessie: “Het is duidelijk dat de goede wil er is, maar we zitten nog midden in de transitie. Maar de boodschap van deze groep is: ‘We willen graag, maar geef ons duidelijkheid vanuit de overheid.’”

In het tweede deel van de Roundtober-sessie ‘Klimaatrisico implementeren in eigen risicoraamwerk, hoe dan?’ gaat AethiQs-partner Vijay Gangadin in gesprek met de ‘groep’. “De meeste mensen realiseren zich de ernst van de klimaatverandering en accepteren de wetgeving die een transitie mogelijk maakt. Maar wat betekent dit voor mijn onderneming, voor mijn rol als risicomanager? Hoe geef ik het klimaatrisico een plek in de risicomatrix, op welk niveau?” Gangadin geeft zelf de aanzet tot het antwoord. “Onze managementtrainees hebben een denk- en werkmodel gemaakt: de Systematic Environmental Risk Analysis, oftewel SERA™. De SERA™ geeft in vijf stappen weer hoe je het onderwerp klimaat, in je bedrijfsvoering zou kunnen implementeren. Praktisch en effectief aan de hand van een vijftiental scenario’s”.

Systematic Environmental Risk Analysis – SERA™
Gangadin licht toe: “Ga nu eens eerst het gesprek aan over de betekenis van klimaat. Dat is niet filosofisch bedoeld, maar juist praktisch. Vóórdat je willekeurig risico’s benoemt, moet je met elkaar vaststellen wat het klimaat en klimaatrisico’s betekenen voor je organisatie en zo ook de energietransitie. Vraag jezelf af: waarom zou je het klimaat meenemen in de risicomatrix c.q. in besluitvorming? Doe je het vanwege de Europese wetgeving? Doe je het omdat je gedwongen wordt door een guidance van DNB, gesprek vanuit IGJ? Of doe je het vanuit moreel besef? Dit stukje bewustzijn is essentieel, denk ik. Benoem ook waarop je je focust. ESG is natuurlijk een gigantisch grote kapstok, waar alles onder valt: environmental, social, governance enzovoorts. Maak het behapbaar. Dán pas kan je de haalbaarheid, betaalbaarheid en vervangbaarheid bepalen. Dus stap 1 is: ga intern het gesprek aan.”

“Als je hebt vastgesteld dat je klimaatveranderingen serieus neemt, is het bedenken van scenario’s de volgende stap. Dat gaat nog helemaal niet om het beoordelen of het bespreken van een risico. Formuleer in deze fase de scenario’s, risico-rendementsdenken, risicotolerantie en het risicobereidheidsprincipe voor jouw organisatie. Mogelijk betekenen de hoge CO₂-normen voor een vliegmaatschappij, dat de toestellen aan de grond moeten blijven, ofwel met groenere motoren vliegen, als dit mogelijk is. En hoe staat dit in verhouding tot de Sustainable Development Goals (SDG’s) van de Verenigde Naties. Stap 3 van de SERA is dan: wat betekent dit dan voor de bedrijfsvoering? Wat is de verhouding tussen risico en rendement? Waarbij we ook de immateriële kant van rendement meenemen, zoals de reputatie. 

Bij stap 4 kun je vervolgens zeggen: ‘Ik neem het risico niet en zie ook af van een bepaald rendement.’ Of zeg je: ‘Ik wil het rendement en snap dat er risico’s aan kleven’? 

Door de relevantie en de materialiteit van het risico te benoemen kan dit worden beoordeeld. En als ik dan toch een risico neem en ik heb een bepaald rendement, dan bekijk ik in welke mate ik dat zou willen beheersen bij de laatste stap van de SERA. En dat gaat dan weer over betaalbaarheid, haalbaarheid en vervangbaarheid, maar ook over absorptie. AethiQs heeft een kleine vijftien scenario’s gedefinieerd: welke risico’s zouden in de risico control matrix kunnen worden opgenomen? En welke beheersmaatregelen kun je nemen? ”.

Drie perspectieven
Gangadin vervolgt: “Bij risico en rendement denk ik allereerst aan het strategisch perspectief. Past het klimaat in je ambitie, visie, strategie of niet? Heeft het effect op je risicoprofiel, zo ja hoe? Bij de meeste zorginstellingen, verzekeraars, banken en pensioenfondsen zie je het klimaat nog niet in het jaarverslag terugkomen, terwijl we midden in de transitie zitten. Ik sprak onlangs een bestuurder van een groot pensioenfonds, die zei: ‘Ik krijg buikpijn van het onderwerp klimaat en de biodiversiteit. Als de overheid besluit om de veestapel in te krimpen, kunnen wij als bedrijf stoppen, want wij zijn toeleverancier aan boeren in Nederland. Duizenden mensen verliezen dan hun baan.’ Ik denk, met mijn kennis van risicomanagement, dat dit het moment is voor innovatie. Denk na welke transitie zo’n organisatie moet maken om te blijven bestaan, om op een andere manier je verdienmodel (blijvend) te creëren. Dat is een vraagstuk, dat voor ons allemaal geldt.” Gangadin krijgt bijval van een van de deelnemers, werkzaam voor een financiële dienstverlener: “Wij denken daar ook over mee. Hoe gaan we zo’n bedrijf helpen met kredieten? Of misschien vinden we een oplossing in de verzekeringssfeer.”

Gangadin: “Ook kijken we naar het operationele perspectief. Welke van jouw zaken, maar ook die van je strategische partners en uitvoerders, kunnen worden geraakt door de klimaatproblematiek? Welk effect heeft deze op je werkzaamheden? Zit je IT-centrale vlak bij een Limburgse rivier? Ik geef natuurlijk maar een voorbeeld. Ten slotte zou ik jullie allen adviseren om een diepte-analyse te doen op klimaat. Zoals we eerder al bespraken: kijk ook eens een keer naar klimaatrisico vanuit een thematisch perspectief. Pak de SERA™ erbij, met zijn vijftien scenario’s en ga in een uur met andere bestuurders en vak professionals om de tafel. En vervolgens zeg jij: dit risico vind ik zo belangrijk, dat ga ik toch eens uitvragen bij mijn uitbestedingspartner of bij mijn strategische samenwerkingspartner. Dit moeten we in het bestuur op de agenda zetten en in de tijd uitzetten.”

Conclusie en samenvatting
In deze sessie over klimaatveranderingen en risicomanagement komen drie dingen ter sprake.

Ten eerste: er is een daadwerkelijk klimaatprobleem. Als de temperatuurstijging niet wordt beteugeld, is het leven op aarde straks niet meer c.q. minder beheersbaar. Eén van de belangrijkste oorzaken van klimaatverandering is de uitstoot van CO₂. Dit wordt grotendeels veroorzaakt door het gebruik van fossiele energie. 

Ten tweede: de financiële- en gezondheidssector moet haar bijdrage leveren aan de energietransitie en de vergroening van de aarde. Dit is mogelijk door met economische middelen sturend op te treden. De oproep is om te investeren in producten en projecten, die met schone energie tot stand komen. Journalist Lukas van der Storm schrijft in Trouw (26 oktober 2021) dat ‘van de kredieten die banken tussen 2018 en 2020 in energie staken, 69 procent naar olie, gas en kolen ging. Verzekeraars en pensioenfondsen hadden eind 2020 zelfs ongeveer 88 procent van hun beleggingen en obligaties in ‘fossiel’ zitten.’ Daarnaast moeten managers in de financiële sector bezien welke innovaties zij kunnen realiseren om positief bij te dragen aan oplossingen voor de klimaatproblematiek. De wetgeving is bepalend, maar zou niet de enige motivatie moeten zijn. Haalbaarheid, betaalbaarheid en vervangbaarheid zijn hierbij elementaire begrippen, maar de verantwoordelijkheid ligt óók bij de sectoren.

Ten derde: het is ook vanuit het risicomanagement hoog tijd om na te denken over zaken als CO₂ en de opwarming van de aarde. Hierbij is het SERA™-model (Systematic Environmental Risk Analysis) van AethiQs een ideaal hulpmiddel. Bedrijven moeten zichzelf afvragen: welke visie hebben wij, hoe denken wij over de klimaatproblematiek? En aansluitend: welke risico’s brengt de klimaatverandering met zich mee? Wordt het gewenste risicoprofiel hiermee overschreden? Welke beheersmaatregelen zijn dan nodig? Het is een praktisch denk- en werkmodel om invulling te geven over klimaat en de energietransitie.

Sprekers waren Raoul Boucke, Tweede Kamerlid namens D66, portefeuillehouder klimaat en energie, en Vijay Gangadin, besliskundige en bedrijfskundige, en founding partner bij AethiQs. Aan de sessie namens managers deel van onder meer pensioenfondsen, uit de verzekeringssector en de zorg.

Disclaimer
Dit artikel is een bewerking van de digitale sessie ‘Klimaatrisico implementeren in eigen risicoraamwerk, hoe dan?’ De sessie had plaats op 8 oktober 2021 en was een onderdeel van het AethiQs-event Roundtober 2021.

Hoewel dit artikel met grote zorgvuldigheid is samengesteld, aanvaarden AethiQs B.V. en alle andere entiteiten, handelsnamen, labels, samenwerkingsverbanden, personen en praktijken die handelen onder de naam en verantwoordelijkheid van AethiQs, geen enkele aansprakelijkheid voor de gevolgen van het gebruik van de informatie uit deze uitgave zonder hun medewerking. De aangeboden informatie is bedoeld ter algemene informatie en kan niet worden beschouwd als advies. Niets uit dit artikel mag zonder akkoord van de schrijvers worden gebruikt, gedeeld of gekopieerd voor andere doeleinden. Alle rechten voorbehouden aan de schrijvers en AethiQs©. Februari 2022